Direct naar content

In het Wetgevingsoverleg Water en Wadden op 1 december jl. kwamen de actuele speerpunten van de drinkwatersector ruimschoots aan bod. Behalve voor thema’s als waterbeschikbaarheid en de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) was er ook veel aandacht voor de WACC-problematiek. Ook de normen voor PFAS in drinkwater in relatie tot de INEV’s (indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging) voor PFAS in grondwater kwamen uitgebreid aan de orde. Daarnaast was er aandacht voor de recente gerechtelijke uitspraak om het verbod op bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw terug te draaien. Omdat dit waarschijnlijk het laatste grote Kamerdebat over water voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen was, stond het debat ook in het teken van het naderende afscheid van verschillende waterwoordvoerders.

Meerdere partijen vroegen aandacht voor de mogelijkheden voor drinkwaterbedrijven om de benodigde investeringen te kunnen financieren. Moorlag (PvdA) stelde dat de drinkwaterbedrijven de komende jaren grote investeringen moeten doen, hij gaf aan zorgen te hebben over de belemmeringen die de berekeningswijze van de WACC (gewogen vermogenskostenvergoeding) opwerpt. Hij vroeg hoe de minister gaat bevorderen dat de drinkwaterbedrijven wat ruimer in hun jas gaan zitten en de benodigde investeringen kunnen doen. Voldoende ruimte om te investeren is nodig. Een soortgelijk pleidooi hield Geurts (CDA) die de minister ook verzocht om de drinkwaterbedrijven meer ruimte te geven. Dik-Faber (ChristenUnie) stelde dat de drinkwaterbedrijven reeds met het ministerie in overleg zijn, maar dat de benodigde aanpassing van de regelgeving nog niet in zicht is. Dijkstra (VVD) en Van Brenk (50PLUS) gaven ook aan zorgen te hebben of er in de komende jaren voldoende geïnvesteerd kan worden door de drinkwaterbedrijven. De minister erkende het probleem en gaf aan dat zij in overleg is met de drinkwaterbedrijven om een oplossing te vinden. Zowel de PvdA als de ChristenUnie, samen met het CDA en de VVD, dienden moties in die de minister verzoeken bij de vaststelling van de WACC te borgen dat de drinkwaterbedrijven de sterk toenemende investeringen in de leveringszekerheid en waterkwaliteit kunnen financieren en uitvoeren.

Waterbeschikbaarheid en voldoende water stonden ook prominent op de agenda. Meerdere woordvoerders, met name Van Esch (PvdD) en Van Aalst (PVV) gaven aan dat wij in Nederland water genoeg hebben, als wij het water maar minder snel afvoeren en beter gaan vasthouden. Dik-Faber (ChristenUnie) stelde dat de doelstellingen vanuit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) met betrekking tot het waterbeleid moeten gaan doorwerken in het regionale beleid. De Groot (D66) vroeg hoe, na drie droge zomers, het watermanagement goed geborgd gaat worden. Hij vroeg om projecten zoals het Vitens-project Panorama Waterland verder te steunen. De Kamer plaatste ook veel vraagtekens bij de governance van het grondwater en het vraagstuk van de sterke groei van (ook illegale) onttrekkingen. De minister gaf aan dat de ordenende principes uit de NOVI in de regio’s toegepast moeten gaan worden en dat de op te richten Studiegroep Grondwater de vragen op het vlak van grondwater breed zal gaan behandelen.

De doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 werden door meerdere partijen genoemd. Het CDA en D66 vroegen naar het perspectief op het halen van deze doelen. D66 vroeg of er verplichtende maatregelen genomen gaan worden via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Het CDA diende een motie in die de regering verzoekt in kaart te brengen of de doelen van de KRW vooral vanwege de toenemende problematiek met medicijnresten gehaald gaan worden. Laçin (SP) vroeg aan de minister geen voortijdige besluiten te nemen over de INEV’s voor PFAS in grondwater en dit pas te doen als het onderzoek naar PFAS in grondwater is afgerond. De minister ontkende dat de INEV’s een relatie hebben met de normen voor PFAS in drinkwater. Ze gaf aan nog met een brief met nadere uitleg over het onderwerp te komen voordat de Tweede Kamer over de INEV’s-motie gaat stemmen.

Tot slot vroeg Bromet (GroenLinks), naar aanleiding van de recente gerechtelijke uitspraak over het opheffen van het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw, hoe de minister dat besluit gaat repareren. Bromet diende hierover een motie in, de minister zegde vervolgens een brief van staatssecretaris Van Veldhoven toe.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*