Direct naar content

Kwaliteit drinkwaterbronnen speelt belangrijke rol bij Kamerdebat over Mestbeleid

16 september 2021 Nieuws

Op 15 september debatteerde de Tweede Kamer over het mestbeleid en het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e NAP). Het belang van schone bronnen voor drinkwaterproductie kwam regelmatig aan de orde. Daarnaast stelden Kamerleden dat het 7e NAP moet zorgen dat de waterkwaliteitsdoelen uit de Nitraatrichtlijn en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) tijdig gehaald worden, vooral bij grondwater bestemd voor drinkwaterproductie.

Het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn bevat maatregelen voor het oplossen van de problemen met te hoge nitraatconcentraties in (grond)water, waaronder de bronnen voor drinkwaterproductie. Ook moet het NAP een belangrijke bijdrage leveren aan het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. Kamerleden konden tijdens het debat de minister van LNV vragen stellen over het de invulling van dit conceptplan, dat ter inzage ligt, en over het mestbeleid in brede zin.

Tjeerd de Groot (D66) vroeg de minister hoe het kan dat we al bij het 7e actieprogramma zijn, en dat de doelen voor nitraat in grondwater nog steeds niet zijn gehaald. Hij stelde dat de doelen van de KRW leidend moeten zijn bij de invulling van het 7e NAP, dat lijkt nu onvoldoende het geval te zijn. Leonie Vestering (PvdD) sloot zich hierbij aan en gaf aan dat met dit actieprogramma de uiterste deadline van de KRW in 2027 waarschijnlijk niet gehaald wordt.
Specifiek met betrekking tot drinkwaterbronnen noemde De Groot de afspraak uit het 6e NAP dat de nitraatnorm in grondwaterbeschermingsgebieden gedurende de looptijd van het 7e NAP gehaald zou worden. De minister verwijst echter voor het nemen van verplichte maatregelen door naar het 8e NAP. Ook vroeg hij waarom de minister niet harder ingrijpt bij zand- en lössgronden, omdat bekend is dat uitspoelingsgevoelige gewassen zoals mais op uitspoelingsgevoelige gronden grote problemen veroorzaakt in de waterkwaliteit.

In reactie op het ter discussie stellen van de Europese normen voor waterkwaliteit vroeg Vestering aan de VVD of het Vewin-pleidooi voor meer en strengere maatregelen om verontreiniging van drinkwaterbronnen door emissies uit de landbouw te stoppen wel serieus genomen wordt. Ze noemde het noodzakelijk streng te zijn op het halen van de waterkwaliteitsdoelen, omdat de kwaliteit van grondwater bestemd voor drinkwaterproductie achteruit gaat. Zij vindt het belangrijk dat iedereen veilig en gezond kraanwater kan blijven drinken, ook op de lange termijn.
Thom van Campen (VVD) reageerde daarop dat er zeker actie nodig is om de waterkwaliteit te verbeteren, maar hij stelde een gebiedsgericht aanpak voor in plaats van een generieke. Generiek beleid is volgens hem niet nodig om onze drinkwaterbronnen schoon te houden. Verschillende andere partijen sloten zich aan bij deze oproep voor gebiedsgericht beleid.
Pieter Grinwis (CU) constateerde een grote opgave in het halen van de KRW-doelen, en dat drinkwaterbedrijven en waterschappen signaleren dat hiervoor extra acties nodig zijn. Ook hij vroeg waarom er veel generieke maatregelen in het 7e NAP staan, terwijl de wisselende waterkwaliteit vraagt om gebiedsgerichte acties. Dit is vooral op de zand- en lössgronden in het zuiden van het land het geval. In dit kader vroeg hij ook naar de resultaten van de aanvullende nitraataanpak in grondwaterbeschermingsgebieden, en wat we daarvan kunnen leren voor een meer gebiedsgerichte aanpak in het 7e NAP.

Joris Thijssen (PvdA) vond dat we alles op alles moeten zetten om de Kaderrichtlijn Water doelen te halen, zodat we ook in de toekomst nog schoon en veilig drinkwater hebben en om te voorkomen dat de KRW het nieuwe stikstofdossier wordt. Hij pleitte voor een integrale landbouwtransitie, met een goed verdienmodel voor boeren, als oplossing voor o.a. het nitraat-, stikstof- en klimaatprobleem. Als belangrijk doel noemde hij gezond en schoon grondwater zodat we in Nederland het beste drinkwater van de wereld kunnen blijven maken.

De minister reageerde op de vragen naar een gebiedsgerichte aanpak in het 7e Nap dat er veel verschillende (water)opgaven zijn (nitraat, fosfaat, etc.) waardoor er in vrijwel het hele land een opgave is met betrekking tot de waterkwaliteit. Daarom zijn er (ook) generieke maatregelen nodig. Het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn wordt volgens de minister steeds lastiger, terwijl de opgave groot is. Daarom moeten nu maatregelen genomen worden.
De minister gaf aan dat maatregelen in het 7e NAP nog gewijzigd worden, maar het uitgangspunt blijft het halen van de waterkwaliteitsdoelen. Als het besluit valt bepaalde maatregelen niet te nemen, moeten er andere maatregelen tegenover staan die minimaal hetzelfde effect hebben.

Lees de eerste reactie van Vewin op het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*