Direct naar content

‘Het is hoog tijd voor meer ruimte voor ons drinkwater’

31 juli 2024 Nieuws
Doris van Halem met planten op de achtergrond

Hoe ziet hoogleraar Drinkwaterkwaliteit & Zuivering Doris van Halem de toekomst van de drinkwatervoorziening in Nederland? Wat moet er gebeuren om de levering van voldoende, schoon drinkwater voor de komende 100 jaar veilig te stellen?

Prof. dr. ir. Doris van Halem is hoogleraar Drinkwaterkwaliteit & Zuivering aan de Technische Universiteit Delft. Van Halem is vooral geïnteresseerd in het gedrag van verontreinigingen in natuurlijke wateren en in de ontwikkeling van innovatieve en duurzame waterbehandelingstechnologieën. Hierbij onderzoekt ze hoe biologische, chemische en fysische mechanismen onderling effect op elkaar hebben. In de loop der jaren heeft ze gewerkt aan verschillende technologieën, waaronder biologische zandfilters, keramische membranen, duin-/oeverfiltratie en elektrochemische waterbehandeling. ‘Ik ben afgestudeerd als civiel ingenieur en daarna de wetenschap ingegaan. Ik deed mijn promotieonderzoek met UNICEF in Bangladesh en ben sindsdien actief in veel internationale drinkwaterprojecten. Als wetenschapper zoek ik het snijvlak tussen toegepaste techniek en fundamenteel onderzoek, omdat ik vind dat daar het meest te leren is. De afgelopen jaren heb ik dan ook veel samengewerkt met partners in de Nederlandse drinkwatersector, zoals Dunea, Vitens en WML.’

Uitdagingen, prioriteiten, visie op toekomstbestendig

Wat zijn volgens u de uitdagingen voor de Nederlandse drinkwatervoorziening?
Van Halem: ‘Er komen momenteel drie ontwikkelingen rondom drinkwater samen: de stijgende watervraag, groeiende onzekerheden rondom waterbeschikbaarheid en kwaliteitsproblemen met de bronnen, in combinatie met steeds strengere kwaliteitseisen aan drinkwater. Mijn conclusie is dat het huidige watersysteem deze uitdagingen op termijn niet aankan. Er zijn veel knoppen waaraan we kunnen draaien, maar het duurt vrij lang voor je daar effecten van ziet, vooral als het gaat om uitbreiding van infrastructuur. Daarom is het nu echt hoog tijd voor actie, om straks niet in de problemen te komen.’

Nieuw dynamisch systeem nodig

Met drinkwater wil en kun je geen risico’s nemen, aldus Van Halem: ‘Het gaat immers om een eerste levensbehoefte. In het kader van de volksgezondheid wil je altijd veilig en voldoende water uit de kraan voor iedereen. Toegang tot water raakt aan eerlijkheid. Er moet geen discussie zijn over prijzen, maar over kwaliteit en kwantiteit. Momenteel heb ik het idee dat nog niet alle betrokken partijen voldoende beseffen dat er echt iets moet worden gedaan, zowel op het gebied van waterkwantiteit, als van de kwaliteit van de bronnen voor de productie van drinkwater. Je kunt op de achterkant van een bierviltje uitrekenen dat de combinatie van een groeiende vraag en langere droge perioden extra waterberging noodzakelijk maakt.’

Drinkwaterwerken

‘Naar analogie met de Deltawerken denk ik dat we moeten starten met de Drinkwaterwerken: het samenbrengen van alle lokale initiatieven en strategieën voor een toekomstbestendige drinkwatervoorziening voor de komende 100 jaar. Er worden momenteel interessante nieuwe oplossingen en technologieën ontwikkeld en onderzocht, waarmee we de kwantiteitsen kwaliteitsvraagstukken kunnen aanpakken. Waar we wel voor moeten waken, is dat we in een soort technologiestrijd terechtkomen, waarin we op verschillende plekken kennis gaan ontwikkelen die niet voldoende wordt gedeeld. Het risico bestaat dan dat regio’s of bedrijven onderling gaan concurreren over wie over de beste technologie beschikt en dat er dingen dubbel worden gedaan. Volgens mij is het juist zaak om centraal alle kennis en ervaring te bundelen, en daarvandaan per regio te kijken wat de beste oplossingen zijn. Ik pleit dus voor centrale regie op kennisontwikkeling, bijvoorbeeld via de collectieve sector. Het mooiste zou zijn als er een ‘open access platform’ zou komen voor de drinkwaterbedrijven, kennisinstituten en ingenieursbureaus, waar op een veilige manier ‘best & worst practices’ en kennis kunnen worden gedeeld.’

Hoe creëer je een robuuste drinkwatervoorziening die over 100 jaar nog steeds voldoet?
Van Halem: ‘Grondwater begint plaatselijk schaars te worden, maar zeker op het gebied van oppervlaktewater is er in principe in Nederland genoeg water om ons allemaal te voorzien van drinkwater. En er zijn nog bronnen die we tot nu toe nog niet hebben ingezet, zoals zout water of afvalwater. Kortom, kwantiteit is uiteindelijk het probleem niet, als je maar tijdig de juiste keuzes maakt. Want veel nieuwe technieken vergen meer ruimte, zeker als er – zoals verwacht – meer zal worden overgestapt van grondwater naar oppervlaktewater en andere bronnen. Die ruimte zal gereserveerd moeten worden voor ondergrondse strategische reserves en spaarbekkens voor de berging van water, kwaliteitsverbetering en het afvlakken van pieken op de lange termijn. Je zult ook voldoende flexibiliteit moeten inbouwen, juist omdat er veel onzekerheden zijn en je de toekomst niet 100% kunt voorspellen. Werken met de KNMI’23- en Deltascenario’s kan daarbij wel helpen. Als we de berging op orde hebben en nieuwe zuiveringstechnieken verder ontwikkelen en inzetten, zie ik geen reden waarom we voor de komende 100 jaar qua drinkwater in de problemen zouden hoeven te raken. Maar dan moeten we dus wel nú in actie komen.’

Meer ruimte voor water

‘In gebieden waar de overstap wordt gemaakt van grond- naar oppervlaktewater, zal berging van water vorm krijgen door vernatting van bestaande en nieuwe natuur: duinen, open water, moerassen. Dat zijn dus gebieden waar je als samenleving – door functiecombinaties, zoals recreatie of extensieve landbouw – ook nog veel plezier van kunt hebben. Met als bijkomend voordeel dat meer ruimte voor water op deze manier bijdraagt aan indirecte vormen van waterzuivering, zoals verblijf in en/of passage door de bodem. Waterberging is gewoon kritische infrastructuur, die net zo essentieel is als een zuiveringsinstallatie.’

Wat moet er de komende jaren op technologisch gebied gebeuren?
Van Halem: ‘De drinkwatervoorziening is van oudsher een incrementeel proces: het begon met eenvoudige zuivering, zoals zandfilters, om cholera-uitbraken te voorkomen. Daar is de afgelopen eeuw steeds een stapje bovenop gedaan als dat nodig bleek: actief kool, ontharding, uv, ozon. Dus in de nabije toekomst zullen er bestaande zuiveringen uitgebreid gaan worden met technieken om bijvoorbeeld PFAS beter uit het water te zuiveren. Daarnaast zie je nu dat er bij verschillende drinkwaterbedrijven – los van de bestaande of verwachte uitdagingen – ook wel wordt gekeken met een blanco blik: ‘Als we helemaal opnieuw zouden mogen beginnen, hoe zouden we het dan aanpakken?’. Dat is een heel andere benaderingswijze dan uitgaan van een bestaande zuivering. Zonder de historische ‘last’ van bestaande infrastructuur komen zo bijzondere, nieuwe technologische combinaties naar boven.’

‘Er wordt nu vooral gekeken naar de toepassing van membraantechnologie: nanofiltratie en omgekeerde osmose. Dit zijn zeer effectieve technieken om moeilijke verontreinigingen, zoals PFAS, uit water te halen. Dit betekent wel dat we goed moeten nadenken over een nieuwe stroom: het concentraat, het deel van het water dat niet door een membraan is gegaan. Dit zogeheten brijn bevat alle mineralen, zouten en verontreinigingen die in het oorspronkelijke ‘bronwater’ zaten, maar dan in hogere concentraties. De samenstelling van dit concentraat zal overal anders zijn, afhankelijk van het water waaruit het afkomstig is: grondwater, oppervlaktewater, brak water of effluent van een rwzi bijvoorbeeld.’

‘Drinkwaterbedrijven moeten bij de zuivering voldoen aan wettelijke normen, maar die zijn er nog niet voor dit concentraat, en dat maakt het lastig om collectief de overstap te maken naar volstroom membraanzuivering. De kosten van de concentraatbehandeling zijn namelijk essentieel voor de businesscase. Er zijn verschillende methoden denkbaar, zoals elektrochemische behandeling of microbiologische omzetting, afhankelijk van de samenstelling van deze reststroom.
‘Een toekomstbestendige drinkwatervoorziening is een weerbare watervoorziening in een veranderend klimaat. Het is daarom belangrijk dat we ons drinkwatersysteem onafhankelijk maken van het natuurlijke watersysteem, met z’n fluctuaties in aanvoer en afvoer, en alle kwantiteits- en kwaliteitsproblemen van dien. Dat doen we nu al door water te infiltreren in de duinen en de bodem, en op te slaan in spaarbekkens zoals in de Biesbosch of het IJsselmeer. Dit zal in meer regio’s in Nederland moeten worden gerealiseerd. Dus de prioriteiten zijn helder: ten eerste zorgen voor meer ruimte voor ons drinkwater, zowel voor berging van ruw water, als voor productie, transport en opslag van drinkwater. Daarnaast vol inzetten op een open cultuur van kennisdeling om te versnellen in de toepassing van de noodzakelijke nieuwe zuiveringstechnologieën.’

‘Drinkwater is volksgezondheid, dus daar wil je geen risico’s mee lopen, je wilt zekerheid. Er zullen op korte termijn flinke beslissingen genomen moeten worden, we kunnen niet langer op de huidige voet verder. Daarbij hoop ik dat we de kennis die we hiervoor samen gaan ontwikkelen, kunnen delen, niet alleen in Nederland, maar ook internationaal. Want deze problematiek speelt echt overal in de wereld!’

Dit artikel verscheen ook in Waterspiegel 2, 2024.
Lees deze editie van de Waterspiegel

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*