Direct naar content

Vewin: Nationale Analyse Waterkwaliteit vraagt om aanvullende maatregelen en meer samenwerking

1 mei 2020 Nieuws

Op 30 april presenteerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn Nationale Analyse Waterkwaliteit (NAW). Belangrijke conclusies zijn dat de waterkwaliteit in Nederland de komende jaren naar verwachting verder zal verbeteren maar dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water zonder aanvullende maatregelen niet (overal) zullen worden gehaald. Om die doelen overal te halen is het volgens het PBL nodig om in een aantal gebieden de maatregelen te intensiveren om zo de belasting van het water met nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Daarnaast wordt de waterkwaliteit bedreigd door onder andere opkomende stoffen en medicijnresten, die niet onder de KRW vallen. Volgens Vewin onderstreept de NAW de grote zorgen over de waterkwaliteit en de urgentie van flinke aanvullende stappen.

De kwaliteit van de drinkwaterbronnen staat onder toenemende druk. Dit bleek eerder ook uit een rapport van KRW over de kwaliteit van drinkwaterbronnen in Nederland. Dat heeft in de afgelopen jaren onder andere geleid tot het sluiten en verplaatsen van winlocaties en tot een groot aantal innamestops. De Tweede Kamer heeft minister Van Nieuwenhuizen gevraagd in de nieuwe KRW-plannen prioriteit te geven aan bescherming van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. Het is van belang dat de Versnellingstafels daar met concrete afspraken aan bijdragen.

De NAW is een belangrijke bouwsteen voor het opstellen van de maatregelenpakketten in de nieuwe KRW-plannen. Vewin betreurt het daarom dat in het PBL-advies nog een hoofdstuk over de drinkwatervoorziening mist, en kijkt uit naar het binnenkort te publiceren ‘addendum’.

Het PBL concludeert dat grondwater door menselijke activiteiten tot op steeds grotere diepten verontreinigd wordt. Deze zogenoemde ‘vergrijzing’ van het grondwater is een grote zorg voor de drinkwaterbedrijven. Door de lange verblijftijd van grondwater is het meestal te laat als een dergelijke vervuiling wordt vastgesteld. Om die reden is het vooral van belang om preventief beleid te voeren, op basis van een early warning-meetnet in het bovenste grondwater, waarmee in een vroeg stadium zichtbaar wordt wat er op het diepere grondwater af komt.

Bij de doorrekening van het PBL zijn huidige en toekomstige maatregelen (tot 2027) van waterbeheerders en landbouw meegenomen. Deze maatregelen zijn onvoldoende om de KRW-doelen te halen. Met name rond landbouwemissies (nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen), lozingen van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) en emissies van opkomende stoffen naar de bodem en grondwater zijn forse aanvullende stappen nodig om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater voldoende te verbeteren.

Het PBL wijst erop dat de haalbaarheid van de doelen uit het waterbeleid sterk afhankelijk is van andere sectorale beleidsdomeinen, zoals die voor landbouw, industrie en huishoudens. De verantwoordelijkheden voor het realiseren van een goede waterkwaliteit zijn daarmee verdeeld over een groot aantal partijen. Risico’s zijn dan versnippering en het ontbreken van gemeenschappelijke doelen. Het PBL onderstreept het belang van meer coördinatie, afstemming en integratie.
Deze analyse onderschrijft Vewin van harte. Dit kan niet zonder regie van het Rijk. Eerder al vroeg de Tweede Kamer met de motie Schonis de minister van IenW al goede regie te voeren op de nieuwe KRW-plannen. Goede samenwerking tussen alle partners binnen de waterketen en het waterkwaliteitsbeleid vraagt volgens Vewin ook om een vervolg op het Bestuursakkoord Water dat dit jaar afloopt.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*