Rondje Malieveld met Pieter Grinwis

In aanloop naar de verkiezingen wandelt Vewin met verschillende Kamerleden een rondje over het Malieveld. Wat is hun visie met betrekking tot de huidige uitdagingen binnen de drinkwatersector? Dit keer spreken we met Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.

“Het eerste dat me te binnen schiet is dat water een fantastisch, kostbaar goedje is en dat ik er dankbaar voor ben dat we dat hier hebben. Tegelijkertijd is drinkwater geen rustig bezit. In tijden van klimaatverandering, grotere pieken en dalen in rivierafvoer, toenemende vervuiling maak ik me – zelfs in ons deltaland – wel zorgen. Wij zijn altijd een kei geweest in het afvoeren van water, maar nu moeten we het leren vasthouden. Dat is een heel andere filosofie, waar de waterschappen gelukkig al goed mee bezig zijn.”

“Ik heb aan de formatietafel mogen zitten en ervoor gepleit dat ‘water en bodem sturend bij de ruimtelijke ordening van ons land’ in het regeerakkoord terecht kwam. Voor de waterwereld is dat concept op zich niets nieuws, maar het was nog nooit op zo’n hoog politiek niveau vastgelegd en verankerd. Als je dan ziet dat er nu best een goede brief van de minister ligt, waarin hij structurele keuzes maakt ben ik daar wel trots op. Ook heb ik de nodige moties ingediend waar drinkwaterbedrijven wat aan hebben. Zo worden ze nu minder belemmerd om te investeren in een toekomstbestendige drinkwatervoorziening. Ook de komende periode wil ik ervoor zorgen dat het drinkwaterbelang hoog op de agenda komt. Wij pleiten voor meer beschikbare drinkwaterbronnen, zodat in tijden van schaarste het aanbod niet opraakt. De Kaderrichtlijn Water blijft ook belangrijk. Het is een harde verplichting, maar ik denk niet dat we er voor 2027 aan kunnen voldoen. Maar uiteindelijk is dat ook niet de zorg. De zorg is of je water van voldoende kwaliteit is om daar ons prachtige drinkwater van te maken.”

“Met drinkwater gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Drinkwater is hartstikke kostbaar, maar we gebruiken het om wc’s mee door te spoelen, om auto’s mee te wassen, om servers in datacentra mee te koelen. Dat kan toch niet waar zijn? Helemaal als je bedenkt hoeveel stappen we doorlopen om van oppervlaktewater naar schoon drinkwater te komen. In bestaande wijken kun je nu natuurlijk niet zomaar grote aanpassingen doen, maar dat we nu nog wijken bouwen zonder een gemengd systeem: dat snap ik echt niet.”