Direct naar content

Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

De drinkwaterbedrijven garanderen uitstekende kwaliteit van het drinkwater, maar intensieve zuive­ringsstappen zijn nodig vanwege bedreigingen van onze bronnen: het grond- en oppervlaktewater. Ontwikkelingen als klimaatverandering en een toenemende druk op de boven- en ondergrondse ruimte vragen daarnaast extra aandacht voor voldoende zoetwater voor de drinkwatervoorziening. Voldoende kwaliteit en kwantiteit van onze bronnen heeft consequenties voor de (ruimtelijke) inrichting van de leefomgeving. In de definitieve Nationale Omgevingsvisie (Novi) is drinkwater als nationaal belang goed vastgelegd. Het gaat er nu om dat dit belang in de regionale uitwerking ook doorwerkt. Provinciaal in de POVI’s, gemeentelijk in de GOVI’s, en natuurlijk in de landelijke en regionale waterprogramma’s.

23 september 2020 Actueel standpunt

1. Drinkwatervoorziening als nationaal belang

Minister Ollongren heeft aangegeven dat het waarborgen van een goede waterkwaliteit, duurzame drinkwatervoorziening en voldoende beschikbaarheid van zoetwater geldt als nationaal belang wat moet doorwerken in de prioriteiten en keuzes. Niet alleen de Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de veiligstelling van de drinkwatervoorziening, dit geldt ook voor andere overheden. Daarom is het essentieel dat overheden bij het opstellen van visies, plannen en programma’s vroegtijdig het drinkwaterbelang meenemen.

Zorg dat de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening uit de NOVI concreet doorwerkt in de prioriteiten en keuzes in de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies, en de waterprogramma’s.

2. Waterbeschikbaarheid leidend bij ruimtelijke inrichting

Nederland moet zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering met langere perioden van droogte en laagwater in de rivieren en toenemende kans op hevige buien met wateroverlast. Daarom zijn ook heldere afspraken om de waterbeschikbaarheid te verbeteren noodzakelijk. De drinkwater­bedrijven zijn van mening dat waterbeschikbaarheid leidend moet zijn bij ruimtelijke inrichting en land­gebruik. De volgende drie aspecten in de voorkeursvolgorde zijn gelijkwaardig aan elkaar en zullen via regionaal maatwerk evenwichtig afgewogen moeten worden: beter vasthouden van water, zuinig zijn met water en water slimmer verdelen.

Neem waterbeschikbaarheid als uitgangspunt bij de ruimtelijke inrichting en landgebruik.

Gebruik bij de regionale uitwerking van de waterbeschikbaarheid de aspecten Water vasthouden, zuinig zijn met water en water verdelen als gelijkwaardig.

Voor de uitwerking van de vier prioriteiten in de NOVI geven wij de volgende punten mee:

Prioriteit 1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie

Structuurvisie Ondergrond
Circa 60% van ons drinkwater wordt gemaakt van grondwater. Ook in de ondergrond doet het vraag­stuk van verdeling van de schaarse ruimte zich voor en moet onderzocht worden hoe de verschillende functies gecombineerd kunnen worden. In gebieden waar de functies niet samengaan, zijn ruimtelijke keuzes noodzakelijk. Het Rijk heeft in de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd om Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) aan te wijzen en daar­voor het beschermingsbeleid i.r.t. mijnbouw te formuleren. Het Rijk zal daarin volgend zal zijn. Functiescheiding is voor Vewin het uitgangspunt: niet boren in of onder de ASV’s.

Neem functiescheiding tussen drinkwatervoorziening en geothermie als uitgangspunt in relatie tot ASV’s.

Internationale inzet voor waterbeschikbaarheid
De Maas en de Rijn vormen een essentiële bron voor de drinkwatervoorziening in Nederland. Onze buurlanden, zoals Duitsland en België, buigen zich ook over waterbeschikbaarheid en voorkomen moet worden dat maatregelen in deze landen bij ons tot problemen leiden. De constante aanvoer van het water staat door verschillende ontwikkelingen bovenstrooms zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin onder druk. Lagere afvoeren leiden bovendien tot hogere concentraties verontreiniging.

Focus de internationale inzet op de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit als bron voor de drinkwaterproductie.

Prioriteit 2. Duurzaam economisch groeipotentieel

Voldoende en schoon oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening
Bij economische groei hoort ook het zoveel mogelijk terugdringen van schadelijke emissies naar het milieu. Voor oppervlaktewater als bron voor drinkwater zijn emissies van opkomende stoffen uit bij­voorbeeld de industrie een bedreiging. Bij vergunningverlening en handhaving moet de impact van een industriële activiteit op drinkwaterbronnen meegewogen worden.

Neem in de uitwerking van de NOVI, naast grondwater, ook het belang op van voldoende beschikbaarheid van oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening.

Prioriteit 3. Sterke en gezonde steden en regio’s

Bescherming infrastructuur
De economische en sociaal-maatschappelijk waarde van water groeit en wordt bepalender voor hoe we wonen en werken. De publieke drinkwatersector heeft de wettelijke taak om iedereen die daarom verzoekt een redelijk aanbod te doen voor aansluiting op de openbare drinkwatervoorziening (Drink­waterwet art. 8). In dat verband heeft zij tot taak het tot stand brengen en in stand houden van de infrastructuur voor de productie en distributie van drinkwater. Tegenover deze belangrijke publieke opdracht voor drinkwaterbedrijven moeten rechten en waarborgen staan om daar op een goede en kostenefficiënte wijze aan te kunnen voldoen. De drinkwatersector is aangemerkt als topvitaal. Het is daarom van belang om in de uitwerking van de NOVI in de Provinciale en gemeentelijke omgevingsplannen en verordeningen op te nemen dat voldoende ruimte onder- en bovengronds nodig is voor aanleg, beheer en vervanging van leidingen en het geven van (ruimtelijke) bescherming aan (essentiële) drinkwaterleidingen.

Veranker bescherming van de topvitale infrastructuur voor drinkwatervoorziening in regionale omgevingsvisies en verordeningen.

Prioriteit 4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied

Waterkwaliteitsknelpunten vanuit de landbouw
Een belangrijke bedreiging voor de drinkwaterbronnen vormen bestrijdingsmiddelen en meststoffen uit de landbouw. In de NOVI wordt gesteld dat de land- en tuinbouw op zodanige wijze gaat werken dat er nagenoeg geen emissies naar het milieu meer zullen plaatsvinden. Ook staat er dat in gebieden waar de druk vanuit de landbouw op de omgeving, zoals de drinkwatervoorziening, te hoog is, deze druk door gerichte inzet wordt verminderd. Vewin is blij met deze inzet van de minister. De NOVI spreekt echter van een primaire regierol bij decentrale overheden. Vewin benadrukt dat voor de waterkwaliteitsknelpunten het Rijk een regierol heeft. Het Rijk is verantwoordelijk voor het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn en de regelgeving rond gewasbescherming.

Neem vanuit het Rijk de verantwoordelijkheid op bij de aanpak van waterkwaliteitsknelpunten vanuit de landbouw, o.a. in het kader van de Europese verplich­tingen.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*